Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij spraken tot hem, zeggende: Indien gij heden [12]knecht van dit volk wezen zult, en hen dienen, en hun antwoorden, en tot hen [13]goede woorden spreken zult, zo zullen zij te allen dage uw [14]knechten zijn. 12. Dat is, hen involgen zult, hun toestaande hetgeen zij met beleefdheid aan u verzoeken. Vergelijk hiermede 2 Kron.10:7. 13. Dat is, aangename, vriendelijke en troostrijke redenen. Zie boven, hfdst.1 vs.42. 14. Zie boven, vs.4.